AB II-26

Beschrijving

Albert Brussee

DE KLEINE ZEEMEERMIN

zeven tableaus voor piano op het sprookje van Hans Christian Andersen

De compositie opent met een Introductie, ‘Het thema van de kleine zeemeermin’, dat na Deel IV en aan het slot ongewijzigd terugkeert. Daarnaast fungeert het harmonisch fundament van dit thema met zijn successie van halfverminderde septiemakkoorden als bindmiddel tussen de verschillende delen. Het eerste deel, Het paleis op  de bodem van de zee, schildert het slot van de zeekoning; het beeld wordt verklankt door een statige melodie in Bes-groot. Het tweede deel, Wals van de meerminnen, illustreert hoe de zusters van de kleine zeemeermin als in een waterballet door het zilte nat zwieren. Het derde deel, De schipbreuk, verklankt de episode waarin Andersen vertelt, hoe het jacht van de koning in een storm vergaat en de prins overboord wordt geslagen. Ondine, die het dramatische tafereel gadeslaat, redt de koningszoon en brengt hem naar de kust, waar ze hem neervlijt op het strand. In de weken nadien wordt zij door liefde voor de schone jongeling verteerd; in dit centrale deel van de cyclus wordt haar gemoedstoestand verbeeld door een melancholieke melodie, die afgewisseld wordt door de majeurvariant van dat thema en een verre reminiscentie aan het bekende liefdesliedje My funny Valentine. In de hoop de prins voor haar te winnen besluit de kleine zeemeermin de zeeheks te bezoeken. Deze is bereid haar staart te splijten en haar aldus om te bouwen tot een mensenkind met twee benen. De prijs die ze daarvoor moet betalen is echter hoog: iedere stap zal haar in het vervolg pijn doen en mocht de koningszoon met een ander huwen, dan zal ze in de huwelijksnacht vervliegen tot schuim. Dit lugubere vijfde deel, Bij de zeeheks, heeft het melodisch materiaal en de toonsoort bes-klein met Deel III gemeen en zou men kunnen beschouwen als een variatie daarop. Deel VI, ’t Bruiloftsfeest, draagt karakteristieken van Deel II: hetzelfde walsthema keert terug, voorafgegaan door een stevige polonaise en een sierlijke mazurka. Dit balletachtige deel illustreert het huwelijksfeest van de prins en de prinses van een  naburig koninkrijk op het koninklijk jacht. Aan het eind neemt de muziek echter dramatische vormen aan: op het moment waarop het gelukkig paar zich in de koningstent op het dek terugtrekt, springt Ondine overboord. Dan klinkt in het slotdeel, De tenhemelopneming, het thema van het eerste deel gevarieerd terug, nu echter staand voor de hogere wereld waarin de kleine zeemeermin wordt opgenomen. Haar standvastige liefde had het hart van de goden vermurwd en in plaats van tot zeeschuim te worden is het haar vergund op te stijgen naar de wereld van de zephyrs, de engelen van de lucht.

De compositie is dus volledig symmetrisch van structuur. De totale speelduur bedraagt ca. 30 minuten; de delen lopen, een enkele uitzondering daargelaten, in elkaar over. De harmonische taal is die van de 19de eeuw, maar een zekere invloed van oudere musicals en filmmuziek uit de jaren veertig, vijftig en zestig van de 20ste eeuw is aantoonbaar.  De muziek wordt voorafgegaan door een geïllustreerd Voorwoord waarin het sprookje in het Nederlands en Engels kort wordt naverteld.

 

RECENSIE
In het ‘coronajaar’ 2021 heeft de Nederlandse pianist, pianopedagoog, componist en auteur Albert Brussee een nieuw grootschalig werk het licht doen zien: een reeks verhalende pianostukken naar aanleiding van De kleine zeemeermin, het beroemde verhaal van de Deense schrijver H.C. Andersen uit 1837. Het gaat om een muzikale schildering van het verhaal in de vorm van zeven ’tableaus’ die veelal met elkaar zijn verbonden door een korte overbrugging, zodat een doorlopend geheel ontstaat. (…) Getrouw aan zijn gewoonte heeft hij aan deze compositie een uitvoerige en interessante inleiding toegevoegd waarin hij ingaat op het verhaal, de receptie ervan in de Westerse cultuurgeschiedenis, en op de opbouw van deze pianocyclus.
De kleine zeemeermin opent zeer pakkend met een korte en bijna Rimskiaanse introductie waarin ‘het thema van de kleine zeemeermin’ klinkt; op dit thema zal nog regelmatig worden teruggegrepen, waardoor het, zoals Brussee schrijft, een rol krijgt die vergelijkbaar is met die van het promenade-thema in Moessorgski’s Schilderijententoonstelling. De zeven delen hebben ieder een episode van Andersens sprookje als buitenmuzikaal onderwerp. Daarmee gaat het hier in feite om programmamuziek; regelmatig is sprake van klankschildering, bijvoorbeeld in deel III (‘De schipbreuk’) en deel V (‘Bij de zeeheks’). Brussee maakt ook gebruik van muzikale citaten; in de inleiding noemt hij het liedje My funny Valentine dat opduikt in deel IV (‘L’Amour d’Ondine’), en dat door zijn tekst ook inhoudelijk een rol speelt in deze compositie. (…)
Brussee maakt in zijn schrijfwijze voor piano gebruik van technieken zoals die vooral door Liszt zijn ontwikkeld, en later door veel componisten verwerkt. Het stuk is daardoor redelijk virtuoos, alhoewel alles buitengewoon goed ‘ligt’. (…) Curieus zijn de zeer precieze pedaalaanwijzingen à la Bartók die op sommige plekken voorkomen. (…)
De fraai uitgegeven partituur is gedrukt op mooi zwaar papier – zo zwaar zelfs dat het boek de neiging heeft dicht te slaan. Ongetwijfeld zal dat probleem verdwijnen als een pianist werkelijk ‘onderduikt’ in Brussee’s poëtische klankwereld en deze stukken gedurende langere tijd instudeert – iets dat ik deze muziek van harte toewens. Alleen al het doorspelen heeft mij veel plezier gebracht. Ik schat de tijdsduur op ruim 25 minuten.
Bert MooimanPiano Bulletin 2022/1.

 

ZAKELIJKE GEGEVENS
© 2021 AB Music Productions & Editions – Den Haag.
ISBN: 978-90-830658-0-9.
Aantal pagina’s: 56. Met een geïllustreerde inleiding in het Nederlands en Engels.

24.95

De kleine zeemeermin is gebaseerd op het bekende sprookje van Hans Christian Andersen. De zevendelige cyclus is volledig symmetrisch van bouw; op enkele uitzonderingen na gaan de onderdelen in elkaar over. De harmonische taal is die van de 19e eeuw, maar een zekere invloed van oudere musicals en filmmuziek is aantoonbaar. De muziek wordt voorafgegaan door een voorwoord waarin het sprookje kort wordt naverteld in het Nederlands en Engels.

Categorie:
TOP