AB II-16

Beschrijving

Albert Brussee

DEUX ÉTUDES MÉLODIQUES
voor piano

Door het frequente gebruik van septiem-, none- en undecime-akkoorden is in Mélodie een zekere affiniteit met de wereld van jazz en musical aantoonbaar. Anders dan bij die muziek gebruikelijk is, is er echter grote aandacht voor het lineair-polyfone element. De door de rechterhand te spelen melodie wordt gesteund door begeleidende akkooorden, waarvan zich soms lijnen losmaken (met name in de reprise), die een tegenstem vormen met het thema. Het in klank afstellen van deze drie ingrediënten vormt het ‘probleem’ van deze melodische etude. De associatie met de wereld van het romantische salonstuk is duidelijk aantoonbaar in Valse finale. Maar ook deze compositie is tamelijk complex. De moeilijke linkerhandpartij met zijn vele sprongen, de langgebroken akkoordformaties die zich als guirlandes door de muziek slingeren, en de gelaagdheid binnen de akkoorden in de rechterhand – dit alles maakt deze melodische etude, in het juiste tempo gespeeld, tot een tamelijk lastig geheel.
Moeilijkheidsgraad: Trap VII/IX (in een schaal van XII trappen).

– Mélodie
– Valse finaleAB II-16_0

RECENSIES
“Deze etudes moeten serieus genomen worden; Albert Brussee heeft meer beoogd dan wat lichte pianomuziek te componeren. Er zijn wel degelijk technische moeilijkheden ingebouwd. (…) Vooral de wals is lastig, omdat de technische moeilijkheden natuurlijk niet hoorbaar mogen zijn. En dat is bij stukken in gemakkelijk in het gehoor liggend idioom juist extra moeilijk.”
AnoniemAkkoord augustus/september 2009.

“Dit zijn salonstukken van de bovenste plank. De eisen liggen hoog. De pianist(e) moet beschikken over een virtuoze techniek, vooral voor de Valse, een goed gevoel hebben voor polyfonie en bovenal een sfeer kunnen scheppen. Wie dat in huis heeft, zal aan deze twee etudes een intiem genoegen beleven.”
Maarten BoonstraPianoWereld 2009-5.

“Natürlich handelt es sich hier um Salonmusik – aber mit Anspruch und technischen Finessen, die diese Musik auch für den Unterricht oder zum vergnüglichen Musizieren empfehlen. Die Anforderungen sind teilweise recht hoch, zum Beispiel für den ‘Valse finale’, der eine gepflegte Legatokultur und ein sicheres Gespür für Polyphonie voraussetzt. Erst dann klingt diese Musik so schwerelos und leicht, wie sie soll.”
Anoniem, Piano News 2013-3.

ZAKELIJKE GEGEVENS
© 2009 AB Music Productions & Editions, Den Haag.
12 bladzijden; met een voorwoord in het Nederlands en Engels.
Verkrijgbaarheid: in de reguliere muziekhandel (distributie bij Hal Leonard) en rechtstreeks bij AB Music Productions & Editions.

8.50

Door het frequente gebruik van none- en undecime-akkoorden is in Mélodie een zekere affiniteit met de wereld van jazz en musical aantoonbaar. Anders dan bij die muziek gebruikelijk is, is er echter grote aandacht voor het lineair-polyfone element. De associatie met de wereld van het romantische salonstuk is duidelijk aantoonbaar in Valse finale. De moeilijke linkerhandpartij met zijn vele sprongen maakt deze melodische etude echter tot een tamelijk lastig geheel.

Categorie:
TOP